Vlaggen, kransen, slingers, lampionnen en ballonnen: in de aanloop naar vastelaovend kleurt Limburg rood, geel en groen. Een tricolore die je in het sobere dagelijkse leven niet vaak tegenkomt – tenzij u een carnavalesk verkeerslicht tegen het lijf loopt. Maar goed ook, als u het mij vraagt. Maar waarom juist deze kleuren?
Even terug naar lang vervlogen tijden. In een tijd waar de kerk aan de macht was, hiërarchie alles bepaalde en de meeste mensen geen boodschappenlijstje konden lezen of schrijven, waren kleuren een krachtig communicatiemiddel. Ze hadden een diepere betekenis en dienden als herkenningstekens binnen de maatschappij. De kleur geel stond voor humor en rechtvaardigheid (ofwel een subtiele middelvinger naar de gevestigde orde), groen symboliseerde nieuw leven, saamhorigheid en het ontwaken van een nieuw seizoen (veelal met een kater op Aswoensdag), en rood verwees naar aardse genoegens zoals liefde en hartstocht – geneugten die een priester zouden doen fronsen. Deze symboliek sloot naadloos aan bij de essentie van carnaval: een uitbundige viering van het leven voordat de ingetogen vastentijd begon.
De combinatie lijkt nu zo logisch, maar hebben we toch maar mooi te danken aan één markant persoon uit de middeleeuwen: de hofnar. Hij was geen gewoene entertainer, maar een brutale commentator die, onder het mom van humor, maatschappelijke kwesties kon aankaarten zonder direct in de problemen te komen. Met andere woorden: hij kon de koning en adel bespotten zonder zijn hoofd te riskeren. Denk aan een kruising tussen Youp van ’t Hek, André Rieu en een circusartiest. Zijn rol was veelzijdig: hij vermaakte de adel met acrobatiek, muziek en grappen, speelde met maatschappelijke conventies en hield de elite een spiegel voor. Dankzij zijn kostuum in felle kleuren, waarvan iedereen de betekenis wist, en de belletjes kon hij niet genegeerd worden. Maar let op: de nar was niet alleen een cultureel fenomeen, hij was ook een stijlicoon avant la lettre.
Feest van vrijheid en satire
Carnaval is van oudsher een periode van omkering van sociale rollen. In deze dagen vóór de vastentijd mocht het volk zich even onttrekken aan de strikte maatschappelijke hiërarchie. De wereld werd letterlijk op zijn kop gezet: de gewone man mocht de adel bespotten, armen speelden rijken en de kerk werd op satirische wijze nagebootst. Net als carnaval ondermijnde de nar de gevestigde orde, die in zijn kleurrijke, extravagante outfit symbool stond voor het recht om alles en iedereen uit te dagen. Het verklaart ook waarom de “carnavalsvorst” of “prins carnaval” met een narrenstaf en in vergelijkbaar kostuum loopt: voor even heeft het volk, met de prins van het volk voorop, de macht. De prins belichaamt de geest van de nar: opstandig, vrolijk en een beetje rebels.
Fel, contrasterend en symbolisch
Toch is het narrenkostuum niet zomaar een kleurrijk pak; het was een bewust ontworpen outfit die direct de aandacht trok en bijdroeg aan de rol van de nar als provocateur, entertainer en commentator. Elk element had een functie – of dat nu was om het publiek te vermaken, om spot te drijven met de elite, of simpelweg om praktisch te kunnen bewegen tijdens optredens. Overigens was het pak niet altijd rood, geel of groen. Sommige narren droegen ook soms blauw en paars, afhankelijk van de regio of het hof waar ze werkten.
Het opvallende gebruik van contrasterende kleuren staat inmiddels bekend als colorblocking: een trend die door ontwerpers als Yves Saint Laurent, Balmain en Prada naar de catwalk werd gebracht. Modehuizen als Versace omarmen felle kleuren en drukke patronen, iets wat vroeger exclusief bij de nar hoorde. Bij streetwearmerken zoals Off-White en Supreme zien we naast colorblocking ook grafische prints die net zo speels zijn als narrenkleding. Waar de nar destijds opviel met zijn uitbundige pak, wordt dat nu gereflecteerd in de drang naar expressieve, kleurrijke mode die opvalt in het straatbeeld.
View this post on Instagram
Chaos in stof
Naast de kleuren was het kostuum van de hofnar ook te herkennen aan de asymmetrische snit. Bijvoorbeeld een jas met twee verschillende kleuren per kant, broekspijpen in contrasterende tinten of een tuniek met ongelijke lengtes. Dit weerspiegelde het idee dat narren de wereld op zijn kop zetten en sociale conventies braken. Waar edellieden en geestelijken symmetrie en orde nastreefden, belichaamde de nar chaos en tegendraadsheid.
Dit principe leeft voort in moderne avant-garde mode, waar asymmetrie wordt ingezet om dezelfde speelse of rebelse uitstraling te creëren. Comme des Garçons, Maison Margiela en Rick Owens zijn meesters in asymmetrische ontwerpen en kledingstukken die de klassieke modewetten breken. Balenciaga en Vetements experimenteren met gedeconstrueerde silhouetten, waarbij kleding bewust ‘scheef’ lijkt te zitten, net als de chaos van een narrenpak.
View this post on Instagram
Geluid als statement en een hoed vol betekenis
Narrenkostuums waren vaak uitgerust met belletjes aan de hoed, schoenen of mouwen, zodat ze letterlijk niet genegeerd konden worden. Dit was niet alleen functioneel voor optredens, maar had ook een diepere symboliek: het geluid van de belletjes herinnerde hofgasten eraan dat de nar altijd aanwezig was en dat zijn humor op elk moment kon toeslaan. Ook de iconische driedelige narrenhoed was een visuele knipoog naar zowel de koning als de geestelijkheid. Het ontwerp leek op een kroon, maar was slap en speels, wat spot dreef met de machtige elite. De drie punten stonden symbool voor: de nar als buitenstaander, de vrijheid van meningsuiting, en carnavaleske omkering.
Hoewel niemand vandaag de dag in een middeleeuwse narrenhoed over straat gaat, zien we de silouetten en speelsheid ervan terug op de catwalk. Kijk maar naar de dramatische hoeden van Philip Treacy, die asymmetrisch, oversized en theatraal zijn. Maar ook bucket hats en beanies komen met belletjes en versieringen bij merken als Gucci en Louis Vuitton. Of wat denkt u van de hoge, puntige silhouetten in runway-collecties, zoals Balenciaga’s excentrieke hoofddeksels?
View this post on Instagram
Overdreven en onpraktisch
Dan de schoenen van de nar: vaak oversized, kromgetrokken of voorzien van krullen aan de tenen. Dit versterkte het komische uiterlijk, maar diende ook een praktisch doel: het liet narren sneller bewegen en gaf extra nadruk aan hun theatraliteit tijdens optredens.
Overdreven vormen of onhandige proporties in schoenen, klinkt dat bekend? Dat komt doordat de invloed van deze theatrale schoenen nog steeds zichtbaar is. Kijk maar naar de bijna idioot grote sneakers van Balenciaga, zoals de iconische Triple S, of de Tabi boots van Margiela – de schoenen met de gespleten tenen. Die zijn net zo absurd als de kromme narrenschoenen, als u het mij vraagt. Modehuizen als Loewe en Rick Owens experimenteren met excentrieke platforms, lange spitse neuzen en speelse vormen. Net als de narrenschoenen zijn deze ontwerpen niet per se praktisch, loop er maar eens een trap mee op, maar bedoeld om gezien te worden.
Een van de belangrijkste functies van de nar was het uitdagen van conventies. Hij kon de koning belachelijk maken, aristocraten op hun plek zetten en de kerk parodiëren – en dat allemaal door zijn voorkomen en kleding. In de modewereld zijn er ontwerpers die precies hetzelfde doen: Moschino en Jeremy Scott gebruiken humor en satire in hun collecties. Denk aan de fastfood-collectie van Moschino, waarin haute couture werd gecombineerd met McDonald’s-iconografie.
Vivienne Westwood en Jean Paul Gaultier speelden in op de punkbeweging, waarin mode werd gebruikt om het establishment belachelijk te maken. U zou Demna Gvasalia (Balenciaga) kunnen zien als een moderne hofnar die de elite uitdaagt door ‘lelijke’ mode tot statussymbool te verheffen.
Mocht u nog twijfelen over de sambabal, de hysterische hoed of de gekke pruik met carnaval, laat u dan niet weerhouden. Zo gek is het allemaal nog niet.
View this post on Instagram
Dit artikel werd op 27 februari gepubliceerd op Chapeau Magazine.