Net gepromoveerd tot hoofdredacteur, en dan bedreigd worden door een grote artiest – het overkwam journalist Danyel Smith in haar turbulente carrière.
Stel je voor; je bent een journalist (vrouw) en je bent net gepromoveerd tot editor-in-chief van het magazine waarvoor je werkt. Het is je droombaan; je hebt hier hard voor gewerkt en je nieuwe functie betekent dat je verantwoordelijk bent voor de cover. Je besluit een artiest (man) op de cover te zetten, iemand die helemaal hip and happening is op dat moment. Je interviewt hem over zijn opkomst als artiest en zijn handigheid in slimme marketing – deze man weet hoe hij zichzelf moet neerzetten – en je plant een fotoshoot. Voor de fotoshoot heb je een bepaald beeld in gedachte, geïnspireerd op de filmposter van Heaven Can Wait uit 1978, waarop de hoofdpersoon witte engelenvleugels draagt. Zoiets zie je ook voor je bij de betreffende artiest. Hij is niet enthousiast, maar besluit uiteindelijk mee te werken en doet de vleugels om.
Na de shoot belt hij je en eist hij dat je de beelden voor de cover laat zien, zodat hij kan bepalen of hij akkoord gaat. Dat weiger je; bij het tijdschrift waarvoor je werkt is het beleid dat covers niet vóór publicatie worden gedeeld. Coversterren hebben geen inspraak. De artiest wordt boos, maar je houdt vol: hij krijgt de cover niet gezien. Een paar dagen krijgen jullie op de redactie een zinderend gerucht te horen: de artiest is van plan om naar de redactie te komen. Hij eist dat hij de foto’s te zien krijgt. Jij bent aan het werk in je kantoor wanneer paniekerige collega’s je opeens komen halen. De uitgeprinte covers liggen op je bureau, die gris je snel mee. Je collega’s loodsen je uit je kantoor en via de brandgang uit het gebouw. De artiest is, samen met twee beveiligers, op oorlogsjacht en zoekt je. Dankzij je kordate collega’s kan hij je niet vinden. Via de nooduitgang sta je buiten. Een confrontatie blijft uit.
Een dag later belt hij je. Hij wil de covers zien. Je weigert opnieuw. Dan bedreigd hij je; hij wil je “dood in de achterbak van zijn auto.” Je schrikt, maar blijft rustig en zegt: “Dat neem je terug.”
Hij: “Wat moet ik terugnemen..?” En dan, met een geniepig lachje: “Jou.”
Jij: “Neem die woorden terug of ik bel mijn advocaat en doe aangifte.”
Hij: “Ik weet waar je bent.”
Je besluit je advocaat te bellen, tot woede van je baas (man). Niet lang daarna ontvang je een excuses van de artiest.
Als je weer een paar dagen later op je werkt aankomt, heerst er onrust op de redactie. Iedereen is in paniek, want een groot aantal servers zijn gestolen. We hebben het over de jaren 90, servers waren toen nog zo groot als tafels en drie keer zo zwaar. Het hele nummer is weg, adverteerders hebben al betaalt en de deadline nadert. Van een reservekopie in de cloud is nog geen sprake. Met man en macht lukt het jullie om uiteindelijk het nummer naar de drukker te sturen.
Je gaat door met je leven, vergeet bijna het hele voorval totdat je keihard teruggesmeten wordt naar deze gebeurtenis. Waarom? Omdat de betreffende artiest Sean Combs is. Puffy. Diddy.
Diddy New York Times
Het overkwam Danyel Smith, die haar verhaal heeft opgeschreven voor The New York Times. In het uitgebreide artikel gaat ze dieper in op hoe het is om als zwarte vrouw te werken in de muziekindustrie en hoe ze de situatie met Diddy bijna was vergeten; niet uit achteloosheid, maar misschien uit trauma? In de jaren erna blijft ze vanuit haar rol als hoofdredacteur van Vibe Diddy tegenkomen. Ze staan zelfs tot twee keer toe, ergens in de jaren 90 en in 2006, samen op de foto.
Kim Porter
In het artikel beschrijft ze ook een voorval met Kim Porter, Diddy’s ex-vrouw en moeder van drie van zijn kinderen die overleed in 2018. In de herfst van 1998 ging Danyel samen met Kim en andere vriendinnen cocktails drinken in een hippe tent in New York. Diddy stormde binnen, negeerde het gezelschap aan tafel en draaide Kim’s tas ondersteboven. Hij griste haar bankpassen van tafel en zei: You ain’t not. No business. In here. You need. To be. At home. With. Those. Kids. Kim vertrok.
Danyel Smith sluit het artikel af met een flink statement: “Er is geen veilige plek voor een ambitieuze vrouw. Nergens, en zeker niet in de entertainmentindustrie. Men keep it dangerous so they can keep it theirs.”